“Bouw een tent voor de Heer!” zegt Mozes. “Tof, doen we!” roept het volk. “Wat hebben we nodig?” Och, ongeveer 1000 kilo goud, 3400 kilo zilver en 2400 kilo koper. Verder een vrachtwagen vol acaciahout, een paar honderd meter zuivere wol en stevig gesponnen linnen. Oh ja, en doeken van geitenhaar, ramsvellen en zeekoevellen. Iemand? Iemand zeekoevellen?
Het beste
Als het om God gaat is alleen het beste goed genoeg. Edelmetaal, kwaliteitsproducten, hardhout, edelstenen, vakmanschap. Niet alleen voor de tent, maar ook voor de priesterkleren, de zalfolie en het reukwerk. Bij die laatste twee wordt er zelfs genoemd dat de samenstelling niet gekopieerd mocht worden. Iemand die hetzelfde recept gebruikt voor zijn eigen olie of reukwerk kan vertrekken.
Het roept de vraag op: Geef ik het beste dat ik heb aan God? Hoe kan ik offeren van wat ik heb? Het is een voor de hand liggende vraag en daarmee inmiddels al een flink cliché geworden: Geef God het beste dat je hebt! Halleluja! Laten we dat doen!
Ehm, maar hoe dan? Lees verder